Ambulant komt van het Latijnse ambulare, wat lopen of “zich verplaatsen” betekent.
Je zou ook kunnen zeggen: “Niet gebonden aan een vaste plek.”
Ambulante zorg
Dit is zorg zonder opname in het ziekenhuis. Het kan twee dingen betekenen:
1) De patiënt komt naar het ziekenhuis voor een afspraak of dagbehandeling.
2) De zorgverlener komt bij de patiënt thuis.
Meestal bedoelen we met ambulante zorg het laatste.
Voorbeelden van ambulante zorg zijn:
– thuiszorg
– geestelijke zorg aan huis
– een visite van de huisarts
– de ambulance
In de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) kent men de ambulant begeleider. Dat is een zorgverlener die bij de patiënt thuis komt.
Ambulance
De ambulance staat ook wel bekend als ziekenauto of ziekenwagen.
Een ambulance is niet gebonden aan een vaste plek, maar rijdt naar de patiënt toe.
Daar komt de naam ambulance vandaan.
Ambulante chirurgie
Dit is een kleine operatie of ingreep waarbij de patiënt dezelfde dag weer naar huis gaat.
Bijvoorbeeld voor het verwijderen van een moedervlek, een staaroperatie of spataderen verwijderen.
In Nederland gebruiken we meestal de term poliklinische chirurgie en poliklinische operatiekamer (POK).
Voorbeelden
1) Meneer Janssen was twee weken opgenomen op de afdeling Psychiatrie. Hij gaat nu weer naar huis en wordt dan verder geholpen door de ambulant begeleider.
2) Een patiënte belt naar de kliniek om een ambulante flebectomie (spataderen verwijderen) te plannen. Ze kan na de ingreep direct weer naar huis.
3) Jan heeft een alcoholprobleem en krijgt ambulante verslavingszorg. Hij komt 3 keer per week naar de kliniek voor groepsbehandeling en gesprekken met de psycholoog.