Elke week geeft de Hulpdokter uitleg bij een medische term die u tegen kunt komen in uw medisch dossier. Deze week het concept ‘differentiaal diagnose’.
Wanneer u uw medisch dossier bekijkt komt u misschien de term ‘differentiaaldiagnose’ tegen. Dit wordt ook wel eens afgekort als ‘DD’. Meestal wordt deze term gevolgd door een lijstje van verschillende diagnoses. Dat kan voor u vreemd overkomen, want de meeste van die diagnoses heeft u nog nooit van gehoord. Waarom schrijft de arts al die diagnoses terwijl die niet met u besproken zijn?
Het concept van de differentiaaldiagnose geeft een inkijkje in de gedachtewereld van de arts. Het is een methode om op een efficiënte manier tot de juiste diagnose te komen. Wanneer de arts de patiënt heeft gesproken en onderzocht, is het nog niet direct duidelijk wat de juiste diagnose is. Daarom kiest de arts er soms voor om eerst een differentiaaldiagnose op te stellen, zodat de arts kan differentiëren tussen verschillende diagnoses. Hierbij legt de arts een lijst aan van mogelijke diagnoses die bij de klachten van de patiënt passen. Dat gebeurt op volgorde van waarschijnlijkheid. Vervolgens kan de arts deze lijst systematisch afwerken door onderzoeken in te zetten.
Een voorbeeld: een patiënt meldt zich met schouderklachten. De differentiaaldiagnose zou er als volgt uit kunnen zien:
– spierpijn
– kneuzing van de schouder
– artrose van het glenohumerale gewricht (slijtage)
– bursitis subacromialis (slijmbeursontsteking)
– polymyalgia rheumatica (spierreuma)
– myocardinfarct (hartaanval)
De oorzaak van klachten aan de schouder is vaker een gewone spierpijn, dan een zeldzame uiting van een hartaanval. Door met deze lijst te werken kan de arts de meest waarschijnlijke diagnose eerst onderzoeken, voordat de volgende diagnoses aan bod komen. Dit is voor zowel de arts als de patiënt de beste route om de juiste diagnose en behandeling te kunnen vinden.