Insufficiëntie betekent letterlijk ontoereikend of onvoldoende.
Als een orgaan insufficiënt is, dan bedoelen we dat het orgaan onvoldoende functioneert.
Het doet zijn werk dus niet goed.
Hetzelfde geldt voor een anatomische structuur, zoals een hartklep.
Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Insufficiëntie van een orgaan
Nierinsufficiëntie
De nieren werken niet goed meer.
Een ander woord hiervoor is nierfalen.
Respiratoire insufficiëntie
De longen werken niet goed meer. (respiratoir betekent ademhaling)
Premature Ovariële Insufficiëntie (POI)
De eierstokken (ovaria) maken onvoldoende rijpe eicellen.
De vrouw komt vervroegd (prematuur) in de overgang.
Insufficiëntie van een structuur
Klepinsufficiëntie
De hartklep werkt niet goed meer, meestal “lekt” er dan bloed terug langs de klep.
De meest voorkomende zijn:
mitralisklepinsufficiënte
aortaklepinsufficiëntie
Chronisch veneuze insufficiëntie (CVI)
De aders (vene) werken niet goed.
Daardoor wordt bloed en vocht uit de benen niet meer goed afgevoerd.
Patiënten krijgen o.a. spataderen en vocht in de benen.
Voorbeelden
1) De patiënte heeft een ernstige nierinsufficiëntie. Het wordt ondanks medicatie niet beter. De internist overweegt om dialyse te starten.
2) Een patiënt kwam op de spoed met ernstige benauwdheid. Er was sprake van hartfalen door een mitralisklepinsufficiëntie. Hierdoor liep er veel vocht in de longen.
3) Een jongeman komt op de IC na een ernstig ongeval met de motor. Hij is bewusteloos en heeft respiratoire insufficiëntie. De IC-arts besluit daarom om hem aan de beademing te leggen.