“Patiënten onthouden vrijwel niets van een gesprek met een behandelend arts. Van de informatie die wordt gegeven in de spreekkamer wordt 80% onmiddellijk vergeten. Van de 20% die wel wordt onthouden, herinneren patiënten zich de helft verkeerd.”
Met deze indrukwekkende woorden opende een kort item in de NTVG van juni 2003. De tekst is gebaseerd op het werk van neuropsycholoog Roy Kessels, die onderzocht hoe goed patiënten het gesprek met de arts kunnen onthouden. Vandaag, zo’n 20 jaar later, heeft het bovenstaande citaat nog niets aan relevantie ingeboet.
Enkele opvallende bevindingen uit het artikel:
1) Niet alleen ouderen hebben moeite met het onthouden van medische informatie. Jongvolwassenen scoorden één week na het gesprek met de arts niet beter dan ouderen op dit onderdeel.
2) Informatie die een ziekte bevestigt wordt beter onthouden dan informatie die een ziekte ontkracht.
3) De patiënt beoordeelt specifieke informatie als belangrijker dan algemene informatie. E.g. “u moet de komende 2 weken thuisblijven” versus “doe maar even rustig aan”.
Een goed geïnformeerde patiënt maakt gezonde keuzes. Daarnaast scheelt dit ook herhaalbezoeken en second opinions. De patiënt die samen met de arts beslissingen kan maken heeft bovendien meer vertrouwen in de behandeling. Er is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor shared decision making, maar we zijn er nog niet. Patiëntenfederatie Nederland concludeerde in 2018 nog: “de patiënt wil wel meebeslissen maar mist informatie.”
Hoe kunnen we vandaag al beginnen met de patiënt goed informeren?
1) Communiceer helder en wees specifiek. Spreek op het taalniveau van de patiënt. Sluit af met een samenvatting.
2) Moedig aan om een partner of familielid mee te nemen. Laat het gesprek opnemen met de telefoon of biedt een andere oplossing aan.
3) Geef de patiënt toegang tot het medisch dossier en bied ondersteuning voor de PGO’s.
De Hulpdokter zet zich in om de patiënt zowel binnen als buiten de spreekkamer te voorzien van de juiste informatie. Of het nu gaat om een vertaling van het medisch dossier naar begrijpelijk Nederlands, of een extra paar ogen en oren in de spreekkamer. Het doel is om de patiënt van de juiste gereedschappen te voorzien zodat deze echt ‘centraal’ kan staan in de behandeling. Dat zorgt voor tevreden patiënten en tevreden artsen.