Artsen en andere zorgverleners bestuderen tijdens de opleiding vaak de Latijnse namen. Dit heeft zijn voordelen. Als alle zorgverleners dezelfde woorden gebruiken, is het eenvoudig om medische informatie uit te wisselen. Bovendien levert het minder problemen op bij uitwisseling van gegevens tussen verschillende talen. Een Amerikaanse dokter heeft bijvoorbeeld geen flauw idee wat een galblaasontsteking is, maar hij kent wel het Latijnse woord cholecystitis.
De doorsnee patiënt heeft natuurlijk geen medische opleiding gevolgd, en dat leidt tot verwarring wanneer de arts in zijn eigen artsentaal blijft spreken. Als u tijdens het spreekuur bepaalde woorden niet begrijpt, vraag dan gelijk om uitleg. Uw arts vindt deze vragen niet vervelend en zal u zelfs graag uitleggen wat bepaalde woorden betekenen. Als u moeilijke woorden tegenkomt in uw medisch dossier, kunt u dit ook navragen bij uw arts. Of u kunt natuurlijk de Hulpdokter inschakelen.