Leef jij in een medische bubbel?
Het is een vraag die vaak terugkomt tijdens mijn workshop over begrijpelijke medische taal.
Ik probeer mijn collega zorgverleners bewust te maken van die bubbel, en hoe die jou verhindert om begrijpelijk te communiceren met je patiënten.
Wanneer leef je in een medische bubbel?
- Je bent medisch geschoold
- Je werkt in een ziekenhuis of zorginstelling
- Je hebt veel vrienden die ook in de zorg werken
- Je gebruikt dagelijks medische termen
Voldoe jij aan bovenstaande criteria? Dan ga je al snel denken dat iedereen de medische taal beheerst, inclusief jouw patiënten.
Wat zijn de symptomen van de medische bubbel?
Je gebruikt medische vaktermen alsof iedereen ze kent
- “Het is beter om dit abces meteen te draineren.
- “U heeft een urineweginfectie.
- “Plan maar een telefonisch consult voor over 4 weken.
Je gebruikt medische afkortingen alsof iedereen ze kent
- “We zullen het behandelplan eerst bespreken op het MDO.”
- “Ik denk dat we deze ingreep het beste op OK kunnen doen.”
- “Dit is meer iets voor de GE-chirurg.”
Je gebruikt woorden met een dubbele betekenis
- “Heeft u al een foto van de pols laten maken?”
- “Er is nog meer beeldvorming nodig voordat ik een diagnose kan stellen”
- “Hoeveel dagen is uw cyclus meestal?”
Is jouw eerste reactie hierop: “Maar die woorden snapt iedereen toch wel?!!”
Misschien leef jij dan wel in een medische bubbel 😉
Geen zorgen, die reactie hoor ik heel vaak. En het is mijn taak om samen met jou die bubbel door te prikken. Bijvoorbeeld met een workshop op de afdeling, of door samen kritisch naar jouw patiënteninformatie te kijken.
Stuur een bericht naar [email protected] en ik help je graag verder!