Elke week geeft de Hulpdokter uitleg bij een medische term die u kunt tegenkomen in uw medisch dossier. Deze week bekijken we de verschillende specialismen in het ziekenhuis.
In het ziekenhuis komen we allerlei specialisten tegen. Een medisch specialist is een arts die een vervolgopleiding heeft afgerond in het specialisme van zijn of haar keuze. Deze vervolgopleiding duurt zo’n 4 tot 6 jaar, afhankelijk van het specialisme. Vaak krijgt u als patiënt met meerdere specialisten te maken in het ziekenhuis. Maar het is niet altijd duidelijk welke specialist wat precies doet. Nadat we vorige week het hebben gehad over de verschillende soorten artsen, kijken we deze week naar de verschillende specialismen.
Eerst nog even dit. In het ziekenhuis hoort men wel eens de termen snijdend specialisme en beschouwend specialisme. Bij een snijdend specialisme voert de arts zelf de operaties uit. Bij een beschouwend specialisme voert de arts geen operaties uit, maar maakt hij of zij gebruik van bijvoorbeeld bloedonderzoek of scans. Interne Geneeskunde is een typisch beschouwend specialisme. De Chirurgie is een typisch snijdend specialisme.
Anesthesie (anesthesist, anesthesioloog)
Deze specialist brengt u in slaap als u een operatie krijgt en zorgt dat het lichaam goed blijft functioneren. Ook andere vormen van verdoving en pijnbestrijding vallen onder dit specialisme, zoals de ruggenprik bij een bevalling. Maar de anesthesist doet nog veel meer. Bij een reanimatie zorgt deze arts ervoor dat de ademhaling op gang blijft. U kunt de anesthesist ook tegenkomen op de pijnpoli.
Cardiologie (cardioloog)
Dit specialisme gaat over het hart. De cardioloog behandelt bijvoorbeeld een hartaanval, ritmestoornis of een ontsteking van het hart. De cardioloog voert ook kleine ingrepen uit, zoals dotteren of het plaatsen van een pacemaker.
Cardiothoracaal Chirurgie (cardiothoracaal chirurg, hartchirurg, longchirurg)
Deze specialist voert operaties uit aan het hart en aan de longen. Denk bijvoorbeeld aan een hartklepvervanging of een longtransplantatie.
Chirurgie / Heelkunde (chirurg)
De chirurg staat bekend om het uitvoeren van operaties. Maar dat betekent niet dat u altijd geopereerd wordt als u naar de chirurg gaat. Soms kan de chirurg samen met u besluiten dat een operatie juist niet nodig is. De chirurgie is onder te verdelen in deze groepen:
– Gastro-Intestinaal (GE): deze chirurg behandelt aandoeningen van de maag en darm, zoals darmkanker.
– Vaatchirurg: deze arts opereert de bloedvaten, bijvoorbeeld als de bloedvaten in uw been vernauwd zijn en pijn doen.
– Traumachirurgie: deze chirurg is gespecialiseerd in het opvangen van patiënten die een ongeluk (trauma) hebben meegemaakt. Zo kan deze chirurg wonden en botbreuken opereren.
Dermatologie (dermatoloog)
Deze arts is gespecialiseerd in aandoeningen van de huid, zoals moedervlekken of huidkanker. De dermatoloog kan ook kleine ingrepen uitvoeren om stukjes huid te verwijderen.
Geriatrie (geriater, ouderenarts)
Deze arts is gespecialiseerd in het behandelen van ouderen. Het gaat meestal om aandoeningen die bij de ouderdom horen, zoals Alzheimer. Er is geen precieze leeftijdgrens voor de patiënten van de geriater, omdat iedereen op een andere manier oud wordt. De geriater vind je meestal in het ziekenhuis. Wanneer een arts vooral in het verpleeghuis werkzaam is noem je deze een specialist ouderengeneeskunde. Vroeger werd ook de term verpleeghuisarts gebruikt.
Gynaecologie (gynaecoloog)
De gynaecoloog is gespecialiseerd in de geslachtsorganen van de vrouw, zoals de vagina en baarmoeder. Het specialisme is in drie groepen te verdelen:
– Verloskunde (obstetrie): dit betreft alles vóór en rondom de geboorte van een kind. Zij voeren ook de keizersnede uit.
– Algemeen: deze artsen houden zich bezig met bijvoorbeeld verzakkingen, bekkenproblematiek en endometriose.
– Oncologie: dit gaat over alle vormen van kanker die bij de vrouwelijke geslachtsorganen voor kunnen komen.
Interne Geneeskunde (internist)
Dit is een heel breed specialisme dat zich bezig houdt met de inwendige organen.
Het specialisme is in deze groepen te verdelen:
– Allergologie (allergoloog): deze arts behandeld mensen met een allergie, bijvoorbeeld bij een pinda-allergie.
– Endocrinologie (endocrinoloog): deze arts behandeld mensen met een aandoening van de hormonen. Voorbeelden zijn diabetes (suikerziekte en schildklierziekten.
– Hematologie (hematoloog): deze arts is gespecialiseerd in kanker van het beenmerg en de lymfeklieren. Soms wordt dit ook bloedkanker genoemd.
– Oncologie (oncoloog): deze dokter behandeld mensen met allerlei vormen van kanker. Chemotherapie wordt vrijwel altijd door een oncoloog gegeven.
– Nefrologie (nefroloog): dit gaat over alle ziekten rondom de nieren. De nefroloog behandeld ook mensen die dialyse nodig hebben.
– Infectiologie (infectioloog): deze dokter behandeld mensen met infecties van bijvoorbeeld bacterieën of virussen. HIV wordt behandeld door een infectioloog.
Bekijk ook deel 2 (I t/m Z) van dit artikel.